Bloedverdunners of antistollingsmiddelen verlagen stollingsfactoren in het bloed, waardoor de bloedstroom en daardoor ook de bloeddruk verbeterd wordt. Bloedverdunnende medicijnen kunnen echter ook bijwerkingen hebben. Vandaag gaan we het hebben over de bloedverdunners en bijwerkingen van bloedverdunners.
Bloedverdunners?
Er zijn veel verschillende bloedverdunnende medicijnen. Bloedverdunners worden als pil of als injectie voorgeschreven. Bloedverdunnende injecties worden normaal gesproken alleen bij acute problemen voorgeschreven. Voorbeelden van antistollingsmiddelen zijn Clexane en Fraxiparine.
Bloedverdunnende pillen kunnen door een arts voorgeschreven worden voor een langdurige behandeling. Er zijn veel verschillende antistollingspillen. Antistollingspillen zijn onder te verdelen in drie groepen, namelijk de bloedplaatjesremmers, Vitamine K antagonisten (VKA’s) en Directe antistollingsmiddelen (DOAC).
Bloedplaatjesremmers
Bloedplaatjesremmers werken zodanig op bloedplaatjes, dat ze aan elkaar gaan kleven en een stolsel vormen. Bloedplaatjesremmers zijn vaak de eerste keuze als bloedverdunner. Dat komt omdat deze groep bloedverdunnende medicijnen het minst krachtige zijn. Ze worden daarom al voorgeschreven bij lage risico op bloedstolsels. De werkzame stoffen van bloedplaatjesremmers zijn onder andere
- Acetylsalicylzuur (aspirine)
- Carbasalaatcalcium (ascal)
- Clopidogrel
- Dipyridamol
- Prasugrel
- Ticagrelor
Bijwerkingen bloedplaatjesremmers
Bloedplaatjesremmers hebben het minst bijwerkingen. De meestvoorkomende bijwerkingen van bloedplaatjesremmers zijn.
- Blauwe plekken ontstaan eerder.
- Meer kans op maag- of darmbloedingen.
- Wondjes genezen minder snel.
Vitamine K antagonisten (VKA’s)
Vitamine K antagonisten (VKA’s) zijn klassieke antistollingsmiddelen. Vitamine K antagonisten werken Vitamine K tegen. Aangezien Vitamine K nodig is voor de aanmaak van stollingsfactoren in het bloed, zorgt een ‘te kort’ ook voor een daling van deze stollingsfactoren. VKA’s gaan dus Vitamine K tegen, waardoor ze een van de stollingsfactoren tegenwerken. Om precies te zijn remmen deze bloedverdunnende medicijnen de aanmaak van de stollingsfactoren II, VII, IX en X. Er zijn twee soorten VKA’s
- Acenocoumarol
- Fenprocoumon
Deze Vitamine K-antigonisten verschillen echter ook enorm in werking. De werking van Fenprocoumon houd zeker wel tot twee weken aan. Acenocoumarol daarentegen, heeft een werking van een paar dagen. Tijdens de zwangerschap worden VKA’s afgeraden, aangezien ze de ontwikkeling van de baby negatief kunnen beïnvloeden. Verder zijn ze ook afgeraden voor mensen met nier- of leverstoornissen, hartinsufficiëntie of een bekende proteïne C- of proteïne S deficiëntie.
Wanneer worden VKA’s medicijnen voorgeschreven?
VKA’s worden voorgeschreven in de volgende gevallen
- Behandeling van een trombosebeen of een longembolie
- Ook kunnen ze worden ingezet om een trombosebeen of een longembolie te voorkomen, na een knie- of heupvervangende operatie. VKA’s mogen overigens niet in combinatie met DOAC medicijnen gebruikt worden.
INR waarde controleren?
Mensen die VKA’s slikken moeten ook regelmatig De INR waarde controleren. INR staat voor International Normalized Ratio. INR geeft de stollingstijd weer. INR is dus een maat voor de stolbaarheid van het bloed. Een normale INR van iemand die geen bloedverdunners slikt is 1.0. Je kan de INR waarde laten controleren bij een trombosedienst.
Bijwerkingen Vitamine K antagonisten (VKA’s)
Net zoals alle andere medicijnen hebben vitamine k-antagonisten natuurlijk ook enkele bijwerkingen. Enkele meestvoorkomende bijwerkingen van Vitamine K-antagonisten zijn
Fenprocoumon bijwerkingen
- Blauwe plekken ontstaan eerder.
- Meer kans op bloedingen, zoals huidbloedingen, maag- of darmbloedingen, hersenbloedingen en bloedingen van andere inwendige organen.
- Wondjes genezen minder snel.
- Bauwe tenensyndroom.
- Hemorragische anemie.
- Verstoorde leverfunctie.
- Dermatitis
- Leverbeschadigingen door een tekort aan de proteïne C en S.
- Haaruitval
- Osteopenie
- Diarree
- Purpura fulminans
- Verstoorde leverfunctie, geelzucht
Acenocoumarol bijwerkingen
- Blauwe plekken ontstaan eerder.
- Meer kans op bloedingen, zoals huidbloedingen, maag- of darmbloedingen, hersenbloedingen en bloedingen van andere inwendige organen.
- Wondjes genezen minder snel.
- Afhankelijk van de dosering en de toestand van de patiënt kan de risico op bloedingen behoorlijk oplopen.
- Misselijkheid, braken
- Minder eetlust
- Allergische reactie
- Haaruitval
- Leverbeschadigingen door een tekort aan de proteïne C en S.
In ernstige situaties kan de werking van de VKA’s afgeremd worden, door Vitamine K toediening. Dit zou het geval kunnen zijn bij een spoedoperatie.
Directe antistollingsmiddelen (DOAC)
Directe antistollingsmiddelen (DOAC) bestaan sinds 2008. Deze bloedverdunners hebben een snelle werking, vaste dosering. DOAC medicijnen worden afgeraden tijdens de zwangerschap en de borstvoedingsperiode. De vier soorten directe antistollingsmiddelen zijn
- Dabigatran
- Rivaroxaban
- Apixaban
- Edoxaban
DOAC medicijnen hebben een vrij en snelle korte werking. Een dagje geen medicijnen zal de bescherming tegen trombose dan ook verlagen. Mede hierdoor verhoogt ook de kans op trombose. Helaas is er voorlopig nog alleen een antidotum voor Dabigatran. Bij andere drie bloedverdunnende medicijnen is de werking dus niet te reguleren. Dabigatran heeft ook een iets andere werking dan de andere drie bloedverdunners. Dabigatran remt namelijk het stollingseiwit Trombone, terwijl de andere drie bloedverdunners het stollingseiwit factor Xa afremmen
Wie mogen geen DOAC gebruiken?
Niet iedereen mag DOAC medicatie gebruiken. De volgende groepen mogen geen DOAC medicijnen gebruiken
- Vrouwen tijdens de zwangerschap.
- Vrouwen die borstvoeding geven.
- Mensen met nierfunctiestoornissen. Dit komt omdat de antistollingsmiddelen via de nieren worden afgescheiden. Hiervoor moeten de nierfunctie goed zijn. Dat betekent dus dat je nierfunctie goed in gaten gehouden moet worden. Ook bij een achteruitgang van de nierfunctie kiest de arts er namelijk voor om de dosis te verlagen. In sommige situaties kan het ook helemaal stopgezet worden.
- Sommige medicatie voor aandoeningen als epilepsie en tuberculose of tegen schimmels mag niet gebruikt worden in combinatie met DOAC medicijnen. Ook vallen sommige antibiotica en de Sint Janskruid hieronder. Mocht je een van deze medicijnen gebruiken, dan kan je dit melden bij je arts. Je arts zal dan waarschijnlijk een andere bloedverdunner voorschrijven.
Wanneer worden DOAC medicijnen voorgeschreven?
DOAC medicijnen kunnen worden voorgeschreven in de volgende gevallen
- Behandeling van een trombosebeen of een longembolie
- Ook kunnen ze worden ingezet om een trombosebeen of een longembolie te voorkomen, na een knie- of heupvervangende operatie.
- DOAC medicijnen kunnen ook gebruikt worden om de CVA/TIA bij mensen met een boezemfibrilleren te verhogen.
Meestvoorkomende bijwerkingen van directe antistollingsmiddelen (DOAC)
Ook de DOAC medicijnen kunnen bijwerkingen hebben. DOAC medicijnen hebben over het algemeen minder bijwerkingen dan bijvoorbeeld de VKA’s. Dit komt vooral omdat de kans op hersenbloedingen kleiner blijkt te zijn bij de DOAC medicijnen. Het is echter een vrij nieuwe medicijn, waardoor bijwerkingen op lange termijn nog niet bekend zijn. De meest voorkomende bijwerkingen zijn:
Dabigatran
- Huidklachten
- Maag- en darmklachten
- Bloedingen
Rivaroxaban
Apixaban
- Huidklachten
- Maag- en darmklachten
- Bloedingen
Edoxaban
- Huidklachten
- Maag- en darmklachten
- Bloedingen
Voorzichtig met de dosis van bloedverdunners!
Als je bloedverdunners gebruikt is het belangrijk dat je ze gebruikt volgens de voorgeschreven dosering van de arts. Een te hoge of te lage dosis van bloedverdunners kan namelijk al problemen met zich meebrengen. Bij een te lage dosis bloedverdunners stolt het bloed waarschijnlijk niet goed. Een te hoge dosis bloedverdunners kan voor zowel inwendige als uitwendige bloedingen zorgen. Wees daarom voorzichtig met het verbruik.
Natuurlijke bloedverdunners
Natuurlijke bloedverdunners kunnen goed bijdragen aan het verlagen van de stollingsfactoren. Een verbeterde doorstroom leidt tot een betere bloeddruk. Er zijn meer natuurlijke bloedverdunners dan je denkt. De ene heeft een sterkere werking dan de ander. Voor een compleet overzicht van natuurlijke bloedverdunners lees je het artikel ‘natuurlijke bloedverdunners‘. Met behulp van de kennis die je hebt opgedaan, kan bijvoorbeeld een bloedverdunnende dieet maken. Dit zal je zeker helpen bij het laag houden van de stollingsfactoren zonder enige bijwerkingen.
Beste mensen van Body Health.
Ik gebruik ook al een hele tijd 15 jaar al bloedverdunners..door een beroerte moet ik die slikken jammer genoeg.
Vreselijk vind ik de bijwerkingen…altijd blauwe plekken. Bloeduitstortingen moet ik zeggen..Altijd opletten dat ik me niet stoot en dan zeker mijn handen.
Ik zou graag natuurlijk producten gebruiken En de medicijnen laten staan..